Algologs

April 17th, 2018 § 0 comments

Dit is een informeel schrijven over Algologs, een publiek programma dat plaatsvond in Varia in Rotterdam op 16 en 17 maart 2018. Het werd georganiseerd door kunstenaars en ontwerpers Manetta Berends en Cristina Cochior.
Naar mijn aanvoelen was het een heerlijk hedendaags conceptueel literair programma. Met dit schrijven geef ik dan ook uiting aan mijn wens dat het niet een one-off event was, maar hopelijk een lange reeks mag worden. Dit artikel beschrijft het avondprogramma. Het is een pleidooi om dit soort avonden literair te noemen.

Varia
Varia is een boothuis in het zuiden van Rotterdam. Het is het gelijkvloers van een hoekhuis, waarvan drie wanden grote ramen zijn die uitgeven op de verschillende straten. Een groepje jonge kunstenaars heeft er hun intrek genomen. Sommigen van hen geven les in PZI, Experimental Publishing of hebben er een master van op zak. Maandelijks organiseren ze lezingen, gesprekken, screenings, telkens rond nieuwe media en maatschappij.

Programma
De beschrijving van Algologs las als volgt: ‘Algologs = een 1 dag + 1 dag dialoog rondom algoritmische werkwijzen. Dit evenement is een verlenging van Algolit, een werkgroep waar taal en algoritmes elkaar ontmoeten. Algologs maakt deel uit van een reeks ontmoetingen rondom de Algolit-bijeenkomsten (die normaal gesproken in Brussel plaatsvinden), om zo externe sprekers, presentatoren en deelnemers uit te nodigen om deel te nemen aan het gesprek. Tijdens Algologs verhogen we het % betrokkenheid bij alledaagse algoritmes.’
Vrijdagavond waren een reeks sprekers uitgenodigd om ‘logs te maken van algoritmische standpunten, stemmen en werkwijzen.’ Zaterdag volgde een Algolitsessie, ‘waar we een collectieve duik zullen introduceren in de clusteringstechnieken van word-embeddings.’
De indrukken die ik hier neerschrijf, hebben betrekking op het vrijdagavondprogramma, omdat de combinatie van genodigden niet alleen de liefde voor taal, verhalen en code deelden, maar ook het diepe verlangen om de software die aanhoudend onze data via telefoon en computer doorsturen en analyseren, evenals de ideologie van hun makers, een stem te geven, zichtbaar en leesbaar te maken.

Collage
De avond ging van start met een performance van softwarekunstenaar en -schrijfster Marloes De Valk. “We Are Going to Take Over the World, One Robot at a Time” lijkt aanvankelijk een klassieke lezing. Marloes leest een tekst in eerste persoon, terwijl achter haar de ene slide na de andere wegflitst. Ze zet grote overtuigingen neer, over hoe technologie hoort te zijn, over hoe paradijselijk het leven op aarde zal zijn wanneer morgen al het werk door robots zal worden gedaan, hoe veelbelovend een leven op Mars is. Met grootse boude woorden neemt ze standpunten in, op zo’n manier dat ik als luisteraar beducht word. Na een tijdje merk ik bovendien dat de slides enkel bestaan uit logo’s van grote corporate bedrijven uit Silicon Valley, dat ze bovendien voorzien zijn van een maand- en een jaartal. Net voor het moment aanbreekt, dat mijn achterdocht dreigt over te slaan in verveling, komt het inzicht. Marloes leest een tekst die een collage is van uitspraken van CEO’s van bekende IT-bedrijven, die het merendeel van onze software en infrastructuur leveren. Ik ga weer recht zitten, spits mijn oren en wil geen enkele slide meer missen. Ik beleef een hallucinante rit.

Botparadijs
De lezing zet een toon die de hele avond in de ruimte zal blijven hangen. Onderzoeker en ontwerper Cristina Cochior surft verder op dezelfde golf en geeft ons een ontluisterend overzicht van de verschillende types robots die actief zijn op het web. Ze benoemt hen, categoriseert hen, toont hen en op het einde van haar presentatie heeft ze een reeks portretten met ons gedeeld, van wezens waar we het bestaan van vermoeden maar die we maar zelden kunnen onderscheiden. Robots of kortweg bots worden aangeboden als een SaaS, Software as a Service, ‘ook weleens Software on Demand genoemd. Het is software die als een online dienst wordt aangeboden. De klant hoeft de software niet aan te schaffen, maar sluit bijvoorbeeld een contract per maand per gebruiker, eventueel in combinatie met andere parameters. De SaaS-aanbieder zorgt voor installatie, onderhoud en beheer, de gebruiker benadert de software over het internet bij de SaaS-aanbieder.’ (Wikipedia). Je hoeft er dus niet voor te kunnen programmeren en ze worden geheel op maat voor je gemaakt, als je wil. Bovendien kunnen ze perfect overleven op lokale servers. Dit maakt dat ze erg in opmars zijn. Bots werken meestal op een of andere manier samen met mensen. Voor Cristina zijn er “sheppards (bots with high number of followers), sheepdogs and electric sheep (bots that blindly repeat)”
Ze onderscheidt soorten bots die verschillende doeleinden dienen. Zo heb je bijvoorbeeld politieke bots, die de plaats innemen van vroegere politieke propaganda-stunts, zoals die waarbij het Amerikaanse leger promoflyers dropt vanuit een gevechtsvliegtuig boven een gebied. Ze kunnen ook ingezet worden om commentaren meer gewicht te geven, kwistig te liken, je op Tinder van hun visie te overtuigen of lasterpraat te verkopen. We zijn ons niet altijd bewust dat we met een bot te maken hebben, en intussen weten we dat ze invloed hebben op huidige politieke campagnes.
Of er zijn rethorische bots, die als enige functie hebben om berichten te laten verschijnen als toppers in de ranking van zoekmachines, als een vorm van sluikreclame. Het echte potentieel schuilt in wat Cristina de ‘infrapunctural bots’ noemt. Het zijn sociale wezens, die nieuwe en meer kritische verbeelding mogelijk maken. Dat zijn de bots waarin schrijvers en kunstenaars nieuwe ruimtes voor creatie vinden.

Infrapunctural Bots?
Als je nu hunkert naar voorbeelden van zo’n bots, dan leek de rest van het programma daarmee gevuld, zij het dat de zes bots die getoond werden, nog niet op het net leven, maar misschien morgen wel. Alle zes waren het creaties van XPUB-beoefenaars Natasha Berting, Angeliki Diakrousi, Joca van der Horst, Alexander Roidl, Alice Strete en Zalán Szakács. Ze zijn ontwerpers en kunstenaars die de Experimental Publishing-master volgen aan het Piet Zwart Instituut in Rotterdam. De bots maken deel uit van het project dat ‘OuNuPo’ werd genoemd, naar analogie met OuLiPo, de afkorting van Ouvroir de Numérisation Potentielle. Concreet maakten ze een boekscanner op basis van open source hardware, die ook tentoongesteld was, en werkten ze aan de hand van een zelf samengestelde feministische reader, recepten uit waarmee ze het gescande materiaal automatisch transformeren en manipuleren. Documentatie en broncode zijn onder een vrije licentie online te vinden.

De bot van Alice Strete bijvoorbeeld, weefde bestaande teksten opnieuw in elkaar volgens oude jacquard-patronen – weefpatronen die aan de basis liggen van de eerste computerprogramma’s en die getuigen van de intieme relatie tussen vrouwenarbeid en de eerste computers. De bot is eenvoudig te bedienen is met vijf commando’s: load/show/over/under/quit.
Natasha Berting onderzocht het concept van bookscanning vanuit een studie van de canon: welke werken worden gedigitaliseerd en welke niet? En hoe houdt dat een ondervertegenwoordiging van vrouwelijke auteurs in stand? Ze wijst er bovendien op dat het scanningsproces zelf niet neutraal is en verre van perfect. Onderweg gaat veel verloren, en wat verloren gaat, wordt bepaald door de data die werd gebruikt om de vertaalsoftware van beeld naar tekst te trainen. En dus maakt de bot werk van het verwijderen en overschrijven van exclusieve of net vaak voorkomende woorden.
‘Reading the structure’ is een bot van Joca van der Horst, die ons toont hoe een machine leest. Voor een computer is een woord geen betekenisdrager zoals voor ons, het is een combinatie van letters en witruimtes, bit en bytes. Op basis van getrainde modellen kan de computer onze woorden labels toekennen, zoals zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, waardoor er een vorm van menselijke grammatica kan ingebracht worden in het model. De bot kan het gegenereerde materiaal opnieuw bewaren in een databank.
Alexander Roidl reflecteerde op de verhalen die schuilgaan in databases, en hoe elke databank ook een afwijking in zich draagt, een bias, die effect heeft op de kennisproductie van deze machines. De spreadsheet is de schakel in de relatie tussen mens en machine. Door die te ontleden en weer aan te bieden aan een chatbot, kan je als lezer/gebruiker in dialoog gaan met de boekscanner zelf.
Opdat machines met tekst-zoals-wij-die-kennen kunnen werken, bestaan er bovendien protocollen van decoding en encoding (asci, utf-8, bits & bytes…). Het inspireerde Zalán Szakács om teksten volgens modellen van Michael Winkler vorm te geven als gecodeerde grafische beelden. Een volledig boek gaat in zo’n circulaire vorm al gauw op een mandala lijken.
De laatste bot van Angeliki Diakrousi gebruikte de speech recognition software Pocketsfinx om een transparante gelaagde lezing van een zin te laten horen. De kunstenaar leest een zin, de software transcribeert die en luistert vervolgens hoe een toeschouwer de vertaalde zin opnieuw inleest. Intussen wordt de eerste zin vijf keer herhaald, waardoor de software andere dingen hoort dan wij. Hoe langer het proces verdergaat, hoe meer de stemmen overlappen en hoe absurder en hoe langer de transcripties worden. Wat je ziet ontstaan in de kakofonie van geluiden, is een hoogst unieke expressie van een hoogst unieke machine.

Literair
De avond die ‘Algologs’ was getiteld zou ik een erg geslaagde literaire avond durven noemen, ook al zou niet een van de kunstenaars op het programma zich een literaire schrijver noemen. Ze delen allemaal een grote liefde voor taal, tekst en code. Maar laat dit statement, om de combinatie van screening, performance, lezing en visuele kunst literatuur te noemen, een poging tot antwoord zijn op de vragen die Johanna Drücker stelt in haar paper ‘Un-Visual and Conceptual’ uit 2005, en waarnaar de organisatoren verwezen tijdens de inleiding van de avond.

Leave a Reply